WORKSHOP - Photoshop

Adjustment Layers

Introductie

Adjustment layers zijn complexe effecten die op lagen kunnen worden toegepast. Belangrijk is dat de adjustment niet op de afbeelding wordt toegepast maar in een aparte laag. Er zijn 16 verschillende adjustment layers dus een ruime keuze om ieder gewenste kleuraanpassing op een of meerdere afbeeldingen toe te passen. Het gebruik van adjustment layers is essentieel in het

na elkaar toebrengen van afbeeldingen. Door het effect in een laag te zetten kan het achteraf altijd nog aangepast worden.

Leerdoelen

Na deze les kun je:

Adjustment layers toepassen zonder de originele laag aan te passen.
Weet je welke adjustment layer je moet toepassen voor het gewenste effect.

Theorie

Wat zijn adjustment laywers?

Adjustment Layers (aanpassingslagen) zijn speciale lagen in Photoshop waarmee je de kleuren, helderheid, contrast en andere beeldinstellingen kunt aanpassen zonder dat je de originele afbeelding aantast. Dit heet non-destructief werken, wat betekent dat je alles later op een ander moment de bewerking nog kan aanpassen of verwijderen.

Waarom gebruik je Adjustment Layers?

Flexibel: Je kunt ze op elk moment veranderen of verwijderen.
Maskerbaar: Elke adjustment layer heeft automatisch een masker, waarmee je precies kunt bepalen waar de aanpassing wél of niet werkt.
Laaggericht: Je kunt ze toepassen op één laag of op een hele stapel lagen.
Efficiënt: Je hoeft je originele beeld niet te dupliceren of te overschrijven.

Opdrachtomschrijving

Om adjustment layers toe te passen hebben we natuurlijk bronmateriaal nodig. Misschien heb je zelf een mooie hoogwaardige kwaliteit foto gemaakt? Of heb je een andere creatieve uiting gemaakt waarmee je verder wilt experimenteren?

In dit voorbeeld hebben we een stockafbeelding gebruikt. Hier kan je zelf ook voor kiezen door een mooie afbeelding te zoeken op bijvoorbeeld unsplash.com of pexels.com.

Stap 1.
Je kan op twee manieren de adjustment layer stoevoegen.

Klik rechts onder je lagen op 'Nieuwe opvullaag of aanpassingslaag maken' (New Full Layer or create Adjustment layer).
Klik naast 'Eigenschappen' (Properties) op 'Aanpassingen' (Adjustments).

Deze panels zijn altijd zichtbaar wanneer je je werkruimte op 'essentiele elementen' hebt staan. Zo niet dan kan je ze via het menu 'Window' terugvinden.

Stap 2.
Hier zie je een voorbeeld van hoe een adjustmant layer is toegepast. Links heeft er geen en bij het rechter voorbeeld zie je hoe er door middel van een 'Helderheid/contrast' (Hue/Saturation) adjustment layer, subtiel een bewerking op de foto is uitgevoerd.

Uiteraard kan je zoveel adjustment layers gebruiken als dat je zelf wilt.

Klik op het zonnetje om de instellingen van de adjustment layer aan te passen.
Klik op het witte vlak (masker) het effect van de adjustment layer te verbergen of juist tevoorschijn te halen. Nu is het masker helemaal wit dus het effect is volledig over je canvas actief.
- Lees Workshop 'Masks' voor verdere uitleg.

Stap 3.
Nu is de zet aan jou! Kies een mooie afbeeldingen die je wilt bewerken. En simpel gezegd, speel gewoon eens met alle adjustment layers, kijk wat er gebeurt en hoe je afbeelding veranderd!

Stap 4.
Zoals je al wel hebt gezien zijn er 16 verschillende adjustment layers, dat zijn er best veel. Je hoeft deze ook niet allemaal uit je hoofd te kennen. Maar het is wel erg interessant om een keer te experimenten met deze adjustment layers. Hieronder staan ze allemaal kort uitgelegd:

1. Brightness/Contrast

Wat: Past de helderheid en het contrast van het beeld aan.
Gebruik: Voor snelle globale aanpassingen in licht en donker zonder kleur te beïnvloeden.

2. Levels

Wat: Regelt de schaduwen, middentonen en hooglichten via een histogram.
Gebruik: Voor nauwkeurige belichtingscorrectie en contrastverbetering.

3. Curves

Wat: Biedt gedetailleerde controle over toonbereik via een curve op het histogram.
Gebruik: Voor geavanceerde kleurcorrectie en contrastinstellingen.

4. Exposure

Wat: Past de balans van rood, groen en blauw aan in schaduwen, middentonen of hooglichten.
Gebruik: Voor het corrigeren van kleurzweem of creatieve kleurtinten.

5. Vibrance

Wat: Versterkt zwakkere kleuren meer dan al verzadigde kleuren.
Gebruik: Om kleur te versterken zonder huidtinten onnatuurlijk te maken.

6. Hue/Saturation

Wat: Wijzigt de tint, verzadiging en helderheid van kleuren.
Gebruik: Voor kleurcorrecties of creatieve kleurveranderingen.

7. Color Balance

Wat: Past de balans van rood, groen en blauw aan in schaduwen, middentonen of hooglichten.
Gebruik: Voor het corrigeren van kleurzweem of creatieve kleurtinten.

8. Black & White

Wat: Zet een afbeelding om naar zwart-wit met controle over hoe kleuren worden omgezet.
Gebruik: Voor creatieve zwart-wit conversies met veel controle.

9. Photo Filter

Wat: Simuleert het effect van traditionele lensfilters (zoals warm/koud).
Gebruik: Voor subtiele kleurcorrecties of sfeeraanpassingen.

10. Channel Mixer

Wat: Mengt kanaalwaarden (RGB) om nieuwe kleurwaarden te creëren.
Gebruik: Voor zwart-wit conversies of creatieve kleurveranderingen.

11. Color Lookup

Wat: Past LUTs (Look-Up Tables) toe om complexe kleurstijlen toe te passen.
Gebruik: Voor filmische looks of creatieve kleurgrading.

12. Invert

Wat: Keert alle kleuren om (negatief effect).
Gebruik: Creatieve effecten of maskeringstechnieken.

13. Posterize

Wat: Vermindert het aantal toonwaarden (kleurtrappen).
Gebruik: Voor een grafisch/stripachtig effect of kleurenreductie.

14. Threshold

Wat: Zet de afbeelding om in zwart en wit op basis van een drempelwaarde.
Gebruik: Voor het maken van maskers of een sterk contrastbeeld.

15. Gradient Map

Wat: Mapt grijstinten van een afbeelding naar een kleurverloop.
Gebruik: Voor kleurtoning of creatieve kleureffecten.

16. Selective Color

Wat: Past specifieke kleuren aan (bijv. alleen rood, groen, etc.) zonder de rest te beïnvloeden.
Gebruik: Voor precieze kleurcorrectie of -verandering.

Tips/Bronnen

Adobe Learn - Finetune Adjusment Layers

Page updated

Google Sites

Report abuse