Tijdens deze workshop leer je hoe risoprinten werkt en ontwerp je handmatig twee gescheiden lagen die geschikt zijn voor een latere riso-afdruk op A3-formaat. Tijdens deze workshop bereid je het artwork voor om er uiteindelijk in de makerspace een risoprint mee te maken. Je gaat na deze workshop zelf een afspraak inplannen om gebruik te maken van de risoprinter in de makerspace.
Het eindresultaat van deze opdracht upload je via onderstaande link. Kies de map met de juiste workshop voor het juiste moment.
Een semi-analoge druktechniek met felle kleuren en kenmerkende texturen.
Elke kleur wordt afzonderlijk gedrukt in lagen.
Lijkt op zeefdrukken, maar met een snellere, goedkopere methode.
Unieke kenmerken: imperfecties, felle kleuren (fluor, metallic), doorzichtige inkt = kleurmenging in overlappingen.
Werking in het kort:
Elke kleur = aparte masterlaag.
Je maakt aparte bestanden of vellen voor elke kleurlaag. Voor deze workshop maak je de 2 lagen handmatig.
Risoprinter gebruikt een soort stencil (master) om per kleur te drukken.
Je print dus laag over laag, met speling of overlap.
De lagen worden los van elkaar ingescand en dan pas in kleur geprint. Dus je scant laag 1 in. Je vult de risoprinter met de kleur waarin je de laag wil printen en print die vervolgens net zo vaak uit als je wil. Daarna scan je laag 2 in, wissel je de kleur in de risoprinter en print de 2e laag over de prints met de eerste kleur.
Ontwerp een tweelaagse compositie op A3, waarbij beide lagen los van elkaar goed leesbaar zijn, maar samen een krachtig beeld vormen. Denk aan illustratie, typografie, texturen, patronen of een combinatie.
Zwarte stiften (fineliner, brushpen, markers)
Grafietpotloden (hardheid 2B-6B)
Collagemateriaal (knipsels, papier)
Typografie met stempels, uitgeknipt papier of transfers
Texturen met potlood of houtskool
Aluminiumfolie
Geprinte vormen met gradients
Belangrijk:
Gebruik alleen zwart/wit op de originele lagen. Je kan wel kleur gebruiken, maar deze wordt tijdens het inscannen op de risoprinter omgezet naar grijswaarden. Hou daar dus rekening mee! De uiteindelijke kleuren komen pas bij het printen via de risoprinter
Gebruik contrast: hoe zwarter de laag, hoe meer inkt gedrukt wordt.
Werk op A3-vellen, één vel per laag.
Bedenk je beeldidee: wat vertel je in laag 1 en laag 2?
Schets je idee op A4 en bepaal compositie. Je hebt alle vrijheid. Je mag een illustratie maken, je mag met vormen werken. Je mag met typografie werken. En je mag alles combineren. Kijk voor inspiratie op pinterest met de volgende zoektermen: riso/risoprint/riso typo/riso illustration/riso graphic design.
Werk de eerste laag uit op A3 met zwart/grijs materiaal.
Leg een nieuw A3-vel bovenop (lichtbak of raam) en teken laag 2 uit, zodat deze perfect aansluit of juist bewust verschuift, afhankelijk van je ontwerp/idee.
Geef elk A3-vel een naam en "Laag 1 / Laag 2" Schrijf dit op de achterkant, zodat dit niet op je afdruk wordt geprint.
Denk aan overlapping: risokleuren mengen optisch (bijv. geel + blauw = groen).
Houd rekening met speling: riso is niet 100% precies.
Maak gebruik van grafische vormen, patronen of texturen.
Vermijd te fijne details; riso houdt van bold & contrast.